Beste lezer,
Ik breng U – met permissie – eventjes in een onbehaaglijke situatie :
Stelt U zich even voor dat Uw lijf gemeengoed is geworden. Overal waar U komt mogen mensen jou aaien, betasten, je hoofd vastnemen om je vervolgens recht in de ogen te kijken, in je vingers en tenen knijpen om je ondertussen belachelijke woordjes toe te kirren.
Verzet in deze, of zelf maar enige nukkige weerstand wordt al gauw als ‘onwillig’ bestempeld. Een tekort aan een will to please.. De geur van al die betasters blijft vervolgens op jouw vel en haren achter. Je ruikt algauw niet meer als jezelf maar naar een geur-mix uit een andere wereld.
Vroeger overkwam me – bij zo’n gelegenheid – nogal eens een paniekmoment. Het gevoel mijn lijf kwijt te raken. Verward ook.. Aaien is wel fijn natuurlijk en sommige handen zijn ook lief en stevig maar toch.. Een keuze lijk ik niet te hebben. Ik onderga het, nu eens genietend, dan weer lusteloos, zonder het gebruikelijk genoegen ; een andere keer walgend. Maar altijd berustend.
Na een tijdje vond ik mezelf verwerpelijk, een regelrechte Gigolo.
En dan heb je Titus. Titus had reeds van kleine puppy af, duidelijke spelregels opgesteld voor zijn lijf:
- Je blijft met de fikken van zijn kop ( dat maakt hij ook erg duidelijk )
- Niet iedereen mag hem aanraken, daar is hij zeer precies in.
- Heeft hij teveel gepruts gehad aan zijn lijf, dan trekt hij zich terug in één of andere bench
- Ruikt zijn lijf teveel naar anderen, dan neemt hij een stinkend modderbad met daarna een scrubbing. Na afloop is hij weer helemaal zichzelf.
Wanneer ik mijn grote lijf weer maar eens aanbied aan de mensen zie ik hem vol verbazing en weerzin loeren, van opzij. Zijn zwijgen is alvast een stille aanklacht. Een verwijt. Dit zwijgen maakt misselijk.
Het is een dreunende stilte die het begin lijkt van een uiteindelijke tweespalt die alles, onze zottigheid, onze onschuld in bezit zal gaan nemen.
Maar dan valt de avond. Alles wat iedereen weet, is weg, alles wat wie dan ook dacht, is weg alsook de waarheid en de leugens. Alle schuld en onschuld. Weg. In het donker van de avond voel ik hoe Titus in mijn mand schuifelt en dicht tegen mijn warme vacht aan kruipt.
Zucht
Uw zachte
Nexus