Een aanbod boordevol grof weggeschrokt leven.

Liefste mens,

Ik vond mijn mens en Titus maar wat aanmodderen, toen hier laatste een bibberig mensje-in-nood door het poortje schuifelde.

Ze kwam voor het eerst en alles moet erg spannend voor haar zijn geweest want ze bibberde van binnen zowel als van buiten en loerde naar haar moeders schouder alsof daar steun was uit te halen. Ze bleek op onverklaarbare wijze in staat van alarm en was zenuwachtig zodat ze erg wankel voortbewoog en af en toe nerveus lachte.

Titus moest bij zijn kennismaking weer eens worden gekalmeerd zodat hij het arme kind niet verder zou bruskeren, een aanmaning die hij ernstig nam en het meisje liet zich de aangelijnde Titus overhandigen. Zijn vrolijk gehuppel bleek hier, als een lachwekkende vanzelfsprekendheid te werken. Het meisje kon nu wat rustiger worden al was ze erg snel weer onthutst van een verzameling veertjes op de grond waardoor ze achterdochtig en angstig werd; ook zo van de vogels die haar met – wief, wief, wief – van de vleugelpunten deden opschrikken, en die – zo zei ze – enge geluiden maakten. Elke boom en elk geluid leken voor haar een voorbode van gevaar.

Iedereen vertrok nu voor een korte wandeling op het domein terwijl ik op een geniaal plan kauwde.

Na herhaaldelijke zure opmerkingen over mijn behaagziekelijke natuur de laatste weken, besloot ik met mijn ingenieuze plan mijn naam te zuiveren; alle roddels te ontkrachten om zo, dit huiveringwekkende wezen op een andere dan de gebruikelijke lijfelijke manier te helpen.

Ik begreep dat dit lieve kind een uitdaging nodig had die ze sterker zou maken.

Ik zou ze bij haar terugkeer verrassen door haar een konijntje te geven dat ik nog een beetje zou laten leven zodat zij het dan kon afmaken. Ieder weldenkende hond weet dat pupjes op die manier sterk worden en leren. Dat zou ook haar kracht geven en zelfzekerheid om door te gaan in het leven.

Ik begreep dit zo triomfantelijk dat ik – snel snuffelende langs de omheining op zoek naar het juiste slachtoffer, mijn kop stootte tegen een boomstronk maar dat gaf niks want vervolgens had ik in 2 tellen het juiste beest voor deze zaak te pakken en ik wachtte nu geduldig af tot ik mijn geschenk aan haar kon geven. Ik voelde me nu enigszins onrustig worden, en weifelend, want ik had best wel al minder vrolijke reacties gekregen op dergelijke aanbod.

Ze kwam en ze zag mij en mijn aanbod boordevol weggeschrokt leven.

En toen hoorde ik een schreeuw als van een mensenkind dat helemaal aan het begin van het leven en niet wetend van angst, een verschrikkelijke klap krijgt die alles beëindigt. Een schreeuw waarin geen begrijpen is en geen verzet. Alleen maar gillen naar iets… ? Naar wie, naar wat? Naar vleugels misschien om te ontstijgen aan de schokkende gebeurtenissen van dit moment.

Mijn mens haastte zich om mijn geschenk zo snel mogelijk uit het gezichtsveld te krijgen. Het meisje huilde en keek me vernietigend aan.

Ik had het duidelijk verprutst… Mijn aanbod was onzin, broddelwerk geweest. Een vaststelling die ik ook in Titus’ ogen zag terwijl hij behaagziek met het meisje meezeulde en zijn best deed om haar weer op te vrolijken.

Als we weer samen zaten, de situatie gekalmeerd was en het meisje was opgehouden te huilen, gesteund door Titus aan haar zijde, probeerde ik actief te verstijven, en mijn ogen die de natuur vertrouwen hield ik zo lang mogelijk dicht.

‘Hij meende het niet zo’ zei mijn mens.

Dat zijn woorden die de ziel verraden, maar die dan toch ook zelf een beetje ziel zijn.

Uw terneergeslagen

Nexus

 

 

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.