Beste lezer,
Ondanks alles huldig ik het simplistisch principe dat elke mens en hond het recht heeft op een soepel, gezond en gespierd lichaam dat gulzig geniet van een aanstormend leven.
Echter, het drama van de dichtgeknepen lijven rond mij is dat ze tot stilstand zijn gekomen, vervuld van dodelijke vermoeidheid die het vege lijf in horizontale of gebogen posities dwingt, om vervolgens te verstijven onder het geluid van knarsende gewrichten, dat je – als je goed luistert – ook echt kan horen. Het loont enig leedvermaak om de pantoffel-mens- en wolf; toch als je houdt van mijn humeurige humor.
Hij zit veel, de mens. Hij slaapt veel, de huishond van de mens. Zijn lijf verstoft gestaag en neemt geen aanloop in het leven, het schuift gewoon wat op, richting zetel of mand.
Ieder moet baas zijn in eigen lijf, ook als die volgens de toeziende natuur uitgeleefd is, maar ik huiver voor het verschijnsel van honden en mensenlijven die veranderen in een doorzakkend vraagteken.
Verveeld verslapen ze het grootste deel van de dag en tussendoor wordt de honger gestild. Op hygiënische activiteiten kunnen ze zelden betrapt worden.
Het is geen menswaardig onderneming lijkt me, een dergelijk leven. Evenmin een hondwaardige.