Voorgoed ontluisterd

Uitgeruste lezer,

Met de zomer, zijn veel plensbuien en de zwoele temperaturen komen, voor ons honden, steeds regelmatiger kwaaltjes en gevoeligheden waar je als beest dan je ding mee doet.

Maar als je mens dat kwaaltje, met die welbepaalde schuine blik aankijkt, weet je als hond dat het einde van de rust en de waardigheid nabij is.

Het drama begint met ‘Laat es kijken’, daarna een bezorgde blik, rusteloos rondkijken naar zaken die mijn waardigheid zullen gaan aantasten, hetzij door het binnenbrengen van ongewenste entiteiten, lees vieze brokken, het zij door ongewilde intimiteiten waarbij je – al dan niet via gruwel dingetjes – wordt benaderd en stukken vacht kwijt speelt – Een reële bedreiging sinds mijn mens vachten draait op een ronddraaiend wiel en hier dus geen beest zijn vacht nog zeker is.

Ook al weet ik dat het me niet gaat lukken, toch probeer ik me zo snel mogelijk uit de voeten te maken en dring ik naar de deur. Vervolgens een klassiek scenario:

Ik wacht af of ze me vieze brokjes willen laten slikken of dat ze – erger nog – me zullen gaan onteren door vacht weg te nemen. Ik zeg u; Het is tegennatuurlijk om op een dergelijke manier een ander levend wezen te benaderen.

Hoe dan ook is het oorlog – ééntje die ik zelf niet ben begonnen! – De demonen zijn ontketend.

Een verlegen jong mens zit er rusteloos naar te kijken tot hij gevraagd wordt te helpen.

Ik probeer me als een bokkend paard meester te maken van de situatie, hetgeen alleen maar meer machtsvertoon tot gevolg heeft.

Dan overvalt me een onbeschrijflijke angst. De rillingen lopen over mijn rug.  Ik houd mijn lippen alvast stijf op elkaar en ik voel een onheilspellend apparaat achter mij.

Het ding maakt eerst geen enkel gerucht maar het veroorzaakt wel een luchtstroompje, dat me op mijn hoede doet zijn en dat me er aan herinnert om mij bij de eerste aanval nooit buiten het waarschuwend bereik van de staart te begeven. Maar dan lijkt het apparaatje tot leven te komen.

Gevoelig voor iedere trilling van de grond of van de lucht, zodat ik de nadering van enig ander dier, al is het nog zo klein, al kan voelen voordat ik het kan zien, betekent een dergelijk gezoem een invasie op al mijn zintuigen.

Terwijl ik de rest van mijn lijf strak houd om niet om te vallen (nooit gaan liggen in een dergelijke situatie! ), probeer ik achter mij te kijken om de ernst van de aanval in te schatten en voor waar: de handen van de mensen veranderen in de eenzaamste van alle monsters, gereed, om te verschijnen en speciaal mij te grijpen en te havenen, het vrolijke leven uit me weg te nemen in de vorm van vacht, energie en good spirit.. Voorgoed ontluisterd dus.

De jongmens die bij deze oorlog betrokken werd en gekend staat voor zijn verlegenheid en volstrekte zwijgzaamheid, grijnst zodat iedereen kan constateren dat energlei uiting van emotie nog niet op de parallel lopende afwezigheid van enig leven duidt. Hij leeft van buiten, maar ook van binnen, zo blijkt. Op een dergelijk moment spreekt zo’n mens vooral tegen zichzelf met woorden en klanken die nergens op slaan, . Woorden die, als het ware van het hoopje woorden dat ik ken, even opwervelen en er direct op terug vallen: ‘Sterk’ zegt hij dan soms heel duidelijk, of ‘Het kraakt’… en dan kijkt hij schuw om zich heen om te zien of iemand hier een conclusie aan verbindt.

Ze helpen me niet, die woorden. En als ik eindelijk bevrijd en verslaan ben, besluit ik dat een bewapende voorbereiding een genadiger uiting van leven zal zijn dan dit te herbeginnen, nu de doorstane angsten de zomerse stroom van het leven hebben verstroefd en ik in de schaduw van de appelboom mijn wonden lik.

Uw onteerde

Nexus

 

 

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.