Brieven

De ruimte geeft speelzucht

Beste lezer,

Terwijl u als mens in deze zomerperiode gaat en staat waar u wilt, gaan Rasmus en ik gebukt onder een gedwongen supervisie die alle zomergevoel plat slaat.

Terwijl konijnen, vossen, muizen, marters hier vrij, op en af het domein rennen, zonder beperkingen, bemoeienissen en opmerkingen van de mens, ondergaan wij een idiote straf die begint en eindigt bij een belachelijk misverstand. Ik leg uit…

De afgelopen weken zag ik de jonge Rasmus zich verzwelgen in pogingen om knaagdieren onder en over de omheining te volgen. Ik zag hem duidelijk verbaasd over de eigenaardige heftige gevoelens die hierdoor in hem gewekt werden. En voordat hij na vele graaf oefeningen  – in goede ernst –  ook alleen zou weg draven –  en het inzicht kreeg dat dit ook werkelijk mogelijk was, besloot ik in te grijpen en hem te vergezellen, op zijn tochten zodat hij terug veilig thuis zou komen. Noteer mijn goede bedoelingen.

De eerste keer ging ik noodgedwongen met hem mee zwemmen in de grote vijver achter het domein, maar ik voelde de thuiskomst bui al hangen en dus nam ik hem snel weer mee naar huis. Een andere keer katapulteerde de infant zich over de omheining richting husky teefje. Deze sportieve testosteron uitspatting liet ik aan mij voorbij gaan gezien het belang van mijn waardigheid.

Een volgende keer vertrokken we samen richting koeien, omdat – in de categorie geneugten van vrijheid – ik vond dat de kleine hier toch een inwijding mocht in krijgen. Hoe had ik kunnen weten dat het kind verder wou dan de koeien, véél verder weg richting straat en auto’s??

Het kostte me onwaarschijnlijke overredingskracht om hem terug richting huis te sturen. Hoe kon ik weten dat hij op de terug weg bij verschillende andere honden wou stoppen om een ‘bad ass pose’ uit te proberen en hoe kon ik weten dat hij vreemde mensen zo ver wist te charmeren dat hij in hun tuin mocht en koekjes kreeg???

Berusten is beter, evenals het inzicht dat niks kan worden overgedaan.

Beste lezer,

Gezien ik onterecht onder huis-arrest sta omwille van een onfortuinlijk misverstand voel ik me zwaar opgelaten.

Te zwaar om het er nu al over te hebben – ik probeer het de volgende keer te delen –  en dus drijf ik weg in een doezelig soort tijd.

Ook Remus de kat bevat, in deze tijd van het jaar, beklemd en licht in het hoofd het drijven van de tijd.

Zouden de katten er een punt van maken, van de tijd, dan kwamen ze waarschijnlijk niet weer naar huis. Dat bedacht ik toen – op het vaste avondtijdstip de deur werd dicht gedaan voor de kat Remus die – nu het eenmaal droog is buiten- zo intens aangenaam lag te spinnen en hij dus, omdat hij daar juist zo lekker lag, geen enkele behoefte had om op te staan. Katten zijn van nature zeer wollig, maar na het jagen, voelen ze zich vanbuiten, net zo als van binnen en dan kroelen ze wulps omdat het leven zo’n lekker zachte boel is. Ha!

En dan komt de mens. Het is blijkbaar één of andere ‘tijd’. Want hij heeft veel soorten tijd de mens. Tijd om binnen te komen, tijd om te eten, tijd om te gaan, tijd om te werken, tijd om te rusten, tijd om te slapen, tijd om te wandelen, tijd om huisarrest te geven!!!

Waar die tijdsobsessie vandaan komt, is mij een raadsel. Hij komt niet door de vogels, niet van de zomer, niet van de wind of de geuren, niet van de ijverige vertering na het slopen van een prooi, zelfs niet eens van licht of donker…

Plots stopt met ‘een tijd’ zo’n mens abrupt met wat hij bezig is en doet dan plots iets anders. De hoogheid en urgentie van dergelijke denkbeelden waar dan onmiddellijk een actie moet op volgen is niet erg in overeenstemming met onze werkelijkheid, althans, aangenomen dat je je met je eigen zaakjes aan het bemoeien bent.

Wervingskracht

Beste lezer,

To dek or not to dek..

Dit galmt hier al dagen via de infant Rasmus die – bol van de puberhormonen – alles en iedereen tracht te be-dekken, te be-leunen, te be-likken en te be-rijden.

Ik doe alles wat in mijn macht ligt hem te overtuigen dat het niet mag – van de mens welteverstaan, en dat hij ermee in de problemen gaat komen, hoe absurd dit ook is.

Maar het gedeelde geheim van de instandhouding van de soort, waarvan blijkbaar alleen mensen zijn vervreemd, maakt zich op gezette tijdstippen ook gewoon van ons meester. Het zoemt en brult in onze lijven die waarachtig niet beter weten dan hier gehoor aan te geven. Een aaneengesloten rij van oude bewegingen die zich voortzetten in levende wezens, die bij ons honden jaar na jaar eerst lijken te vervagen en dan ineens nog blijken te leven in zo’n jonge puberhond die handelt als in een oude droom. Als hond is men het snel eens met elkaar en kennis maken hoeft niet als men van nature één van zin is

Maar het mag niet, zo heeft de mens besloten, enkel als ze toestemming geven.

Rasmus heeft dit nog niet begrepen en dus gooit hij zich op alle teefjes die hij te pakken krijgt. Vol overspannen verwachting zelfs, nu plotseling al zijn gevoel als een logge, te zwaar geladen pijl, gericht is op bevruchting. Daar kan trouwens mijn begrip voor bestaan. Het brengt herinneringen terug.

Zijn spierkracht is bij dit feestgedruis de doorslaggevende factor. Die geeft hem vleugels en maakt hem enthousiast en driftig, maar hij doet toch matig zijn best om veel gevoel te leggen in zijn overrompelende liefdesroep, hetgeen de jongmensen in de groep doet fronsen, zeker als Rasmus ook nog melancholisch gaat huilen als een wolf waarbij , hoe intenser het geluid hoe smartelijk het verlangen wordt en des te groter de wervingskracht die van de infant uit gaat.

Calimero

Beste lezer,

Slachtoffer spelen is ook gewoon een toestand in het leven en het scheelde niet veel of één van de honden liet zich hier ordinair bepamperen als een behaagzuchtige kat.

We spreken hier over Maxime-ke, een halfwassen schichtig beestje dat de kunst verstaat om diep-én-in-triest in mensen ogen te kijken alsof hem een groot ongeluk is overkomen en hij overgeleverd aan alle werelds onheil, afwisselend slachtoffer of aanklager moest gaan worden.

Samen met zijn jongmens, kijkt hij beschuldigend de wereld in. Rasmus loopt, in zijn zoektocht naar een feestje, het duo snel voorbij.

Als de klaagzang zo langzaamaan aanzwelt, en men er, als bij deze twee, helemaal aan gewend bent geraakt, wachtend op het verdwijnen van het laatste medeleven, is de leukigheid van de sfeer een beetje zoek natuurlijk.

‘Jouw hond lijkt de Calimera-toer op te gaan, merkt mijn mens nu droog op.

‘Hij doet een Calimerootje’, gniffelt één van de jongmensen.

De jongmens staakt zijn klaagzang nu, weliswaar met gefronste wenkbrauwen. Er valt hem nog allerlei ellendigs in dat moest gezegd worden, en hij zoekt vertwijfeld iemand die geen verweer zal gaan tonen tegen dit alles, maar alle mensen kijken snel weg.  Rasmus gooit zich bij wijze van experiment plompverloren tegen Maxime aan die als door een wesp aangevallen angstig weg springt. Ikzelf wil een eind maken aan deze minderwaardige situatie waarin 2 honden tegenover elkaar zitten, maar waarbij de één doet of het niet zo is.

Zijn verlatenheid bleek bestendig.

Beste lezer,

Het aantal honden en jong mensen die hier de afgelopen weken veilig achter ruggen, poten en vacht verstopt zaten voor de grote boze wereld neemt stilaan bizarre proporties aan.

En wie mij een beetje kent, weet dat ik een behoorlijke hekel heb aan volgroeide individuen die zich in een kinderlijke bubbel blijven schuil houden om zo te ontsnappen aan welke volwassen verantwoordelijkheid dan ook.

Zo ook een kinderlijk honden kereltje, weliswaar allang volgroeid, dat als vastgeketend bleef hangen aan zijn mens terwijl het loerend om zich heen scande op zoek naar mogelijk gevaar, bijvoorbeeld vanuit de aanwezige jongmensen die – net als hij – overtuigd van de vele mogelijke drama’s die zich zouden kunnen voltrekken eens ze uit de geborgenheid van de moedermens zouden kruipen om onbezonnen de wereld tegemoet te treden.

Er was duidelijk iets in de ogen van het hondje dat verkondigde dat er geen wegloperijtjes mochten zijn en dat hij zeer waakzaam was voor grapjes.

Want als je voortdurend gaten en greppels en schuilhoeken ziet, dan ben je in gedachten op het laatst alleen maar bezig met je te verstoppen en op die manier blijft er van het bestaan maar een heel klein deeltje over. En dus was er inderdaad maar een schijntje leven te bespeuren in het hondje en de aanwezige mensen.

Zucht…

Het scheelde niet veel of alle vrolijkheid zou zijn verdwenen terwijl ieder zich ordinair verstopte om daarmee de mogelijke verbondenheid met mij, Rasmus of met de jongmensen al reeds te verpatsen.

Zonder de dood zag ze af van verder leven

Beste lezer,

Dood zijn moet eventjes wennen, als een ijle muziek die je nog nooit eerder hoorde.

Dood was een lam, waarvan door de mens werd besloten dat het niet meer mocht leven.

Het moest iets hebben voorgehad waardoor de achterste poten plots stuk waren. Ze hingen er wel nog aan, maar er was verder niks meer mee aan te vangen.

Maar als de geest naar rennen staat, als die het ritme en de cadans van het lopen zoekt en tot andere vergezichten wenst door te dringen, en er een luide en duidelijk wens is verder te willen leven, kan zo’n beestje zich enkel via de voorpootjes verder slepen. Een trieste run naar de moeder.

De jong mensen vonden het ook een erg storend en moeilijk beeld om te vatten en ze werden er erg stil van.

Het lam deed er alles aan om toch nog de uier van de moeder te bereiken.

Later, wanneer het ook andere dingen zou eten, zou het vergeten wie haar moeder was en de moeder zou het geluk van zo’n zachte snuit die een tepel zoekt vergeten, tot ze weer een jong zou hebben. Maar de mens beslist ook hier weer om tussen te komen begreep ik toen ik de auto hoorde en rook aankomen van de mens die hier regelmatig met vreemde geuren en prikspullen te keer gaat;  aan – en met ons lijf. Hier stond iets te gebeuren met het onfortuinlijke lam.

En ja, even later zag ik de man buiten komen met het ver-lam-de beestje dat, enkele vreemde geuren en objecten later, dood in de armen van mijn mens hing. Binnen riep de moeder op haar lam en ook de rest van de kudde bleek danig van streek.

Rasmus oefende inmiddels onverstoord en met een ordinaire vrolijkheid water ver-springen. Ik hield hem verder uit de buurt gezien hij ook hier wel weer een feestje zou willen van maken.

De man verdween gelukkig snel, waardoor iedereen kon uitademen, behalve het lam dan. Zonder dood zag ze nu af van verder leven.

Misselijke warboel van zelfbedrog

Beste lezer,

Jammer voor de steeds luider roepende ‘hosanna-fan club’ van de infant Rasmus, maar vandaag gaat het nadrukkelijk niet over hem. Het is welletjes geweest (en om iedereen gerust te stellen: Het kind stelt het goed. Het kind is blij!)

Neen, ik vertel je een verhaal waarvan het geen zin heeft het anders te vertellen dan het is, vermits het  een diep treurig verhaal is dat ik zag gebeuren, glurende door kijkgaten in de omheining.

Waar ze vandaan kwamen wist niemand, maar plots liepen ze daar rond het domein;  2 kleine hondjes, een broer en zusje leken het wel van het type hondjes dat in de tas van een mens kan zitten. De beestjes waren duidelijk kwijt maar zagen er niet uit dat ze omwille van de sport zouden weglopen.

Ze leken niet blij vrij te zijn, maar eerder ontzet en verschrikt door het leven zelf.

Het ging dus niet goed met de twee en de wereld had duidelijk weinig compassie met hen gehad, hoewel die wel degelijk op zijn plaats was geweest

Een aantal mensen stopten om te helpen het duo te vangen die paniekerig heen en weer begonnen rennen.

‘Nu komt het’ zei ik tegen Rasmus die af en toe meekeek als hij even niks anders te doen had.

Het eerste wat je in het geval van zo’n vang actie door de mensen ziet, is een belachelijke achtervolging waarbij de achternagezeten hond steeds harder loopt en de mens steeds hijgerig naklost.

Met grote hoeveelheden lekkers en netten, hoor je dan plots triomfantelijk ‘We hebben hem!’.

Slobberend scharminkel Rasmus

Beste lezer,

Ik zal spelen vrolijk te blijven tot ik mijn geduld verlies met de infant en reuzenbaby Rasmus die hier de ruimte en mijn leven heeft ingenomen, ongevraagd mind you.

De bijzonderheden omtrent zijn overdreven lichaamsbouw daar gelaten lijk ik door zijn leukigheid plots verschuldigd ook extra komiek uit de hoek te komen. Alsof iedereen verwacht dat ik me nu ook aan de lol moet gaan wijden …

De vadergestalte in mij kreunt hard als de constante aandrang van de kleine tot pretmakerij en behaagzucht stilaan hevig en schrokkerig wordt, terwijl alle jong mensen én honden hem ‘leuk’ vinden ‘schattiiiiig’ en ‘lief’.

‘Wat is er om te gillen??? Een konijn met blote billen!!’, joelt zo’n slobberige kleine dan in het rond, hetgeen blijkbaar dolkomisch is terwijl het mijn vakkundig gevangen konijn uit mijn poten weggrist. Dat kan ik hem onmogelijk vergeven.

Het kind is blij en ik ben moe!

Het eiland is veroverd

Beste lezer,

Het verzet is gestaakt.

Het gebeurde eerder deze ochtend na het arriveren van een jong (hond)kereltje – nauwelijks uit het puppy dons. Het beestje arriveerde enkele dagen geleden met een duidelijke boodschap nadrukkelijk geïnviteerd te zijn, (niet door mij!) want het kwam proper gewassen en geknipt toe met veel verwachtingen en veel bagage, als uit de lucht gevallen.

Imperatief en zonder kans op tegenspraak, zo leek wel, kwam hij hier binnen gedenderd alsof hij hier altijd had gewoond.

Nu ben ik positief ingesteld, maar wel aan de behoudende kant. Ik houd de zaken graag zoals ze zijn en sinds Nexus er niet meer is zijn mijn mens en ik een nieuw soort roedel gaan vormen. Eentje van twee welteverstaan.

Dat maakte ik het donzige mannetje al snel duidelijk, alsook dat ik hier de baas ben en dat ieder die een rol in mijn leven wil spelen mij overvloedig zal moeten overtuigen. Verder vraag ik een behoorlijk portie respect.

Ik verwachtte de gebruikelijk tegenstand maar het pupje likte mij al gauw onderdanig en zou de komende dagen veel respect tonen, zoals hoort. Ik begon aan een uitademing.

Na mijn conclusie dat hij wist wat respect was besloot ik hem te testen op moed en doorzettingsvermogen. Hij leerde mijn foerageerroutes kennen; donderde plompverloren de konijnenholen in ( ???!!) en plonsde als een hulpeloos schaap in het water. Maar hij bleek sterk en toonde erg graag te willen leren.

Hij was op vreemd terrein en dat besefte hij. Hij kon zich geen instabiliteit veroorloven en liep al gauw als een schaduw achter me aan alsof ik zijn grote broer was. Ik begon stilaan aan te nemen dat hier meer aan de hand was en dat aan deze situatie geen terug was. Zijn bagage en knuffelberen begonnen ook steeds meer het huis in te nemen.

Hij bleek groot voor een puppy, erg groot.

Dat wist hij en hij voelde diep in zich duidelijk iets machtigs. Niet in zijn buik. Niet in zijn kop. Het zat ergens in zijn borst; daar waar zijn voorpoten aansluiten. Hij bleek gezond. Zeer gezond.

Hij zou nog toenemen. Toenemen in wat? In omvang? In macht?

Een onverhoedse terugkeer in de wereld

Beste lezer,

Als connaisseur van vrouwelijk schoon, maakte ik afgelopen week een avond mee waardoor er terug enige vertrouwelijkheid ontstond tussen mij en mijn leven.

De reden hiervoor was Ratsjka, een teefje met een onevenaarbare schoonheid, én met een dédain die je enkel tegenkomt bij legendarische roedelleidsters.

Op dat eigenste moment was er niks bijzonders voor mij te beleven, enkel een aantal mensen die luisterend neerzaten. Een saaie mensen-bezigheid die om een duistere reden lijkt te bevallen.

Maar plots en als een verschijning stond Ratsjka hier dus.

Ik nam haar mee naar buiten en ze volgde mij ! en het was alsof alle lucht uit mijn lijf werd gezogen en ik als een pijl op haar af werd gekatapulteerd. Het gebeurde als een vanzelfsprekendheid waar ik terecht trots op was. Mijn mannelijke overrompeling leek haar niet van haar stuk te brengen. Ze rende enkele rondjes met me mee maar toonde al snel geen enkele interesse meer. Verveeld ging ze binnen liggen bij de mensen, waar ze door haar schoonheid ook veel bijval genoot.

Ik wist niet waar ik had. Ik loerde nu uit mijn ooghoeken naar haar en ik raakt vol van een eigenaardig gevoel van tederheid. Ik hield mijn blik in het bijzonder gevestigd op een stukje van haar hals dat wat lichter was van tint en dat, als je het heel nauwkeurig bekeek, wel lichtgevend bleek te zijn. Daar zat alles in wat die schat was.

Alles wat er in mijn kop omging, zou ook wel in de hare omgaan. Dat is iets om bedroefd over te zijn, want bij mij zijn het bijna allemaal droevige dingen. Ik begreep dat er zoveel leed in mijn uitgezongen verlangens school dat trots er wat bij zou misstaan.