Beste lezer,
Als mijn mens beestige gedachten tracht te hebben loopt het in regel mis. En afgelopen week voelde ik het al uren aankomen, dat mislopen.
Aan het zenuwachtig over en weer lopen van en naar de schapenstal kon ik afleiden dat er weer eens iets loos was met één van de schapenmoeders die haar kind niet (h)kende. Nu gaan schapen in regel niet gebukt onder hun probleemoplossend vermogen, maar er is altijd wel een valabele reden waarom zo’n schaap haar kind niet wil hebben maar mijn mens is blijkbaar nog niet beestig genoeg om dat te snappen.
Het ontredderde moederschaap bleek een jong pubertje te zijn dat het lam verweesd had achtergelaten als een ballast die je gelukkig hebt kunnen afgooien waarna ze zich terug bij haar vriendinnen kon voegen. Moeder was van wolkenbier. Laat moedertje maar sullen. Hier was dus assistentie nodig om het hoopje ‘ballast’ een nieuwe bestemming te geven. Dat vonden ook de jongmensen die het tafereeltje stonden te becommentariëren.
Maar als ik even later mijn mens met ijver en toewijding naar de stal zag klossen met papfles en handdoeken wist ik wat er stond te gebeuren. En inderdaad, luttele tijd later verscheen ze met een lam in haar armen dat ze koesterend binnen brengt. Waarschijnlijk vond ze dit weer een nobele daad, een gedachte die het tafereeltje iets heldhaftigs gaf ook al weet elk beest dat het foute boel is.
In de natuur is de moeder de norm van wat er verder met het jong gaat gebeuren, niet een ander dier en al zeker niet de mens. ( geiten durven zich hier nog al eens tussen te werpen om één of ander jong te redden en in dat kader staan ze dus verdacht dicht tegen de mens).
Enfn.. De mens stelt de wetten en de regels. Ik heb het nooit anders gezien zodat je wel zou denken dat dit de gewone gang van zaken is, maar als Titus en ik onze mens met het lam naar huis zagen komen beseften we weer dat dit niet de normale gang van zaken is, maar dat de mens niet meer in staat is tot beestigheid.
Maar mijn mens heeft beslist dat dit makke lam behoort te leven en dat het zich ook een beetje plezieriger behoort te voelen, godallemachtig. Waarom zou mijn mens daar niet voor gaan voor dit goede krampachtige denken ? En dat het morgen voor dit lam een prachtige dag zou zijn. Dat ze morgen met een haast vaart rond gaat klossen met melkflessen en met een belachelijk genoegen ‘béééé’ gaat zitten roepen, net zo lang tot ze van de andere kant ‘bééé’ terug hoort van dat beest dat op die manier leert om met zijn stemgeluid ons ganse huis en dus ons leven te gaan overheersen.
Voor het geval zo’n lam echt slap is, heeft het zelfs het recht om naast het bed van mijn mens te gaan liggen zielig doen, waarna wij ons een ganse nacht om de haverklap dood schrikken als zo’n beest zijn keel opzet.
Het begin van deze dag is bestemd om door mijn mens met haar inmiddels matte hersenen op gezette tijden te gaan kijken-hoe-het -met -lam -staat , net zo lang tot zo’n half kale ontevreden krachtpatser hier het eten, de aandacht en de energie helemaal gaat opeisen.
Maar dit jaar lijkt het patroon veranderd.
Mijn mens heeft het beest enkele dagen melk gegeven en heeft het vervolgens bij de schapen gedropt, waar het beestje nu op gezette tijden gevoed wordt. Ze gaf nog warmte, maar ze was geen kachel meer.
Het begin misschien van een nieuwe denkwijze die niet geheel onverwacht is begonnen en stille hoop geeft omtrent de staat van de beestigheid van mijn mens.
Uw hoopvolle
Nexus