Beste lezer,
Als connaisseur van vrouwelijk schoon, maakte ik afgelopen week een avond mee waardoor er terug enige vertrouwelijkheid ontstond tussen mij en mijn leven.
De reden hiervoor was Ratsjka, een teefje met een onevenaarbare schoonheid, én met een dédain die je enkel tegenkomt bij legendarische roedelleidsters.
Op dat eigenste moment was er niks bijzonders voor mij te beleven, enkel een aantal mensen die luisterend neerzaten. Een saaie mensen-bezigheid die om een duistere reden lijkt te bevallen.
Maar plots en als een verschijning stond Ratsjka hier dus.
Ik nam haar mee naar buiten en ze volgde mij ! en het was alsof alle lucht uit mijn lijf werd gezogen en ik als een pijl op haar af werd gekatapulteerd. Het gebeurde als een vanzelfsprekendheid waar ik terecht trots op was. Mijn mannelijke overrompeling leek haar niet van haar stuk te brengen. Ze rende enkele rondjes met me mee maar toonde al snel geen enkele interesse meer. Verveeld ging ze binnen liggen bij de mensen, waar ze door haar schoonheid ook veel bijval genoot.
Ik wist niet waar ik had. Ik loerde nu uit mijn ooghoeken naar haar en ik raakt vol van een eigenaardig gevoel van tederheid. Ik hield mijn blik in het bijzonder gevestigd op een stukje van haar hals dat wat lichter was van tint en dat, als je het heel nauwkeurig bekeek, wel lichtgevend bleek te zijn. Daar zat alles in wat die schat was.
Alles wat er in mijn kop omging, zou ook wel in de hare omgaan. Dat is iets om bedroefd over te zijn, want bij mij zijn het bijna allemaal droevige dingen. Ik begreep dat er zoveel leed in mijn uitgezongen verlangens school dat trots er wat bij zou misstaan.
Ze schudde haar vacht zodat die eventjes bol rond haar kwam te staan waarbij haar intiemste krulletjes, daar waar de staart overgaat naar de rug, zichtbaar werden. Ze keek met even aan. Ik smolt.
Maar al gauw keek ze me nadrukkelijk niet meer aan en zuchtte. Haar zwijgzaamheid was duidelijk een houding die me nog verder van mijn stuk bracht.
Ik ging nu zo liggen dat ik haar op een bepaalde manier kon aankijken en ik onderdrukte mijn verlangen om alle wonderen die in haar verzameld waren te onthullen. Het kon haar allemaal niks schelen, maar mijn gevoel van vervulling bleef.
Ik, die een wezenlijk verdriet had, vond die avond zeer mooi.
En de volgende dag, met haar beeld nog op mijn netvlies, werd mijn huid weer bereikbaar voor de zon.
Getekend
Titus
(die pas de uwe zal zijn als jij overtuigend de mijne bent… Een doordenkertje…)