Wie de dood poogt om te praten, graaft zich vanzelf naar binnen.

Gewaardeerde lezer,

Een drama van enkele dagen geleden: Een schapenmoeder met een zeer redderige natuur krijgt een paniekaanval. Het betreft hier een erg groot en zenuwachtig beest dat haar drama in het leven al had gehad met een tweeling die gebrekkig was geboren en die ze hardhandig en zonder een greintje mededogen had afgestaan voor adoptie.

Ook dit jaar heeft ze een gebrekkig beestje ter wereld gebracht waarvan de natuur niet zeker meer wist hoe de bouwtekening er had moeten uitzien. Het beest heeft 2 slepende achterpootjes, lijkt wat simpel in het leven te staan en wordt de eerste dagen door mijn mens geholpen om te kunnen drinken. Het wezentje getuigt van een welhaast zondige overmoed om te blijven leven want het lijkt met zijn misvormde gestalte de ideale snack voor een passerende vos volgens een plaatselijk gezegde ‘Lammetjes die niet flink stappen zijn hapjes voor de vos’ of ook nog, ‘Vossen, buizerds en fretten, hoeven het leven niet altijd te beletten’.

Ze weet dus waarover ze het heeft als ze beseft dat ze haar lam kwijt is geraakt op het domein en ze, als reactie op het doodsgevaar in paniek staat te brullen.

Mijn mens en ik horen het alarm signaal en gaan gedreven door gevoelens van bescherming en – als een snel en natuurlijk verzet tegen doodgaan – zoeken.

Na het uitkammen van verschillende taluds, hoeken en kanten, het angstig afspeuren van de opgezwollen beekjes horen we plots gemekker opstijgen van onder de grond, in een talud.

Ik voel mijn hart tekeer gaan. Misschien zou mijn mens me vragen te gaan graven in het labyrint van onderaardse gangen. Misschien mag ik eindelijk eens – op nadrukkelijk vraag – verzinken in een verdubbelde eenheid met het zwart van de aarde, meer bepaald in de uitlopers van een vossenleger waar we nu voor staan terwijl het moeder schaap nu met nog meer intensiteit aanvangt te brullen. iedereen is van zijn apropos. Het lamhapje is in een vossen burcht gekukeld. En het beest weet zich duidelijk geen raad met het ondergrondse leven.

De beesten die onder de grond leven zien meer dan een ander, ze hebben een inwendig lampje waarmee ze bij wijze van spreken in het pikkedonker weten of je de ene kant uit moet of de andere. Voelt U hem ? Sommige beesten zeggen dat ze het ook kunnen maar die ruiken het aan geuren in de wind en dat is iets heel anders dan een lampje in het donker. En als ik dat door innerlijk schouwen weet, dan kan ik precies afwegen niet alleen dat dit gebrekkige lam niets van al deze kwaliteiten bezit ( de weinig verkwikkende grondlucht is voor hem stilaan een graflucht geworden en zijn oortjes en stem trillen van de moord die staat te gebeuren ), maar ook dat mijn mens – die plots ook weer redderig wordt – nog veel minder van dat soort vaardigheden kent.

En toch zie ik het weer gebeuren. Ze is zinnens de dood om te praten en graaft op die manier zichzelf weer eens naar binnen om even later met het lam naar buiten te sukkelen.

Zodra het terug bij de moeder is, die direct daarna tamelijk snel en dartel voort huppelt, als was er niks gebeurd, alsof de dood zomaar zou ophouden te bestaan als je als lam in het hol van de vos bent gesukkeld, keert de rust terug.

Mijn monologue interieur, of mijn lullepot, dat komt nogal eens op hetzelfde neer, wordt hierdoor weer maar eens door elkaar geschud. Vossen moet ook leven. Die bijten dood, alvorens te denken, behalve aan de beste manier om dat te doen. Nu direct. Onder de hals.

Uw voortsjokkende

Nexus

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.