Beste lezer,
Omwille van een appetijtelijk zonnetje en de leerschool van mijn eigen kweek Rasmus worden we hier enkele dagen geleden plots in een auto gestopt ; stappen we uit in een wandelpark, maar worden al gauw voorbij dierenhokken geleid met daarin wezens die zich allang niet meer afvragen hoe ze daar zijn terechtgekomen.
De andere honden lijken het eerst nog wel plezierig te vinden. Met sterretjes in hun ogen klieven zij langs de koten en hekkens maar al gauw manifesteert hun interne nervositeit zich naar buiten en wordt er hijgend te hard aan de leibanden getrokken, zeker ook door Rasmus die plots een comfortabel huis-hok met giga konijnen ( ??? ) in het vizier krijgt, mijn mens achter hem aan sleept, en daar de hevige opwelling moet onderdrukken om de beesten te lijf te gaan.
Een weinig later wordt dan weer rust en waardigheid verwacht terwijl ons een hondachtig wezen ter grote van mijn kop ( ?! ) met een trillend recht stokstaartje arrogant voorbij banjert!
In rustige pas marcheren we daarna voorbij het pluimvee en houden wij de illusie dat we hier nog echte fun gaan beleven, helemaal voor bekeken.
Een vogelvrij verklaard konijn, zonder hok om in te wonen, kan zich hier dan weer doodleuk laten bejagen. Met een klop in de keel en wassende propeller staart kijkt Rasmus me verwachtingsvol aan. Ik wend mijn blik af.
Het kind is niet blij.
Er wordt van mij verwacht dat ik ook hier voorga, roerganger en wegbereider ben, en zo nodig hindernissen ruim.
Ik weet dat er leidersnaturen moeten zijn en de meerderheid daar niet voor in de wieg gelegd is, dat is een natuurwet.
Het is geen schande om tot het voetvolk te behoren en het heeft nooit in mijn zaad gelegen om de planeet met een superieur sujet te verbazen, maar leg dat maar eens uit aan een mens.
Bij de kalkoenen raakt mijn focus volledig zoek en verlies ik me in een droom van een pupil-loos bestaan, hart en poten vrij om met het volle leven te stoeien, al gravend te brassen en ravotten zonder verantwoordelijkheid, maar ik word door mijn jong mens tot de orde geroepen omdat de kalkoenen zich blijkbaar geviseerd voelen.
Dit is zo één van die mensen biotopen waar geen hond iets van snapt, maar waar je blijkbaar enkel de absurditeit dient te accepteren.
Ook de jongmensen lijken zich hier niet helemaal op hun gemak te voelen. Ze moeten uit hun schelp kruipen en hun levensbibber tegen gaan, zodat ze ons door deze idiote kotentuin kunnen loodsen.
Als we ook nog andere giga beesten en stinkende uitdagende geiten moeten passeren wordt de weg lastig maar boeiend en hij moet – aldus mijn mens – met vaste tred worden afgelegd. Het leven is geen schoothond, het is evenmin een schroothoop. Hij wordt in hoge mate bepaald door de vastigheid van je tred. En kijk, enkele jongeren komen stilaan van achter hun schaduwen tevoorschijn.
We lopen samen in de pas maar niet parallel.
Als de dierentournee erop zit en we in een volle auto wegrijden, kijk ik er hard naar uit om thuis te komen en vraag me werkelijk af waarom we blijven volharden met een verontrustende ijver het de mensen naar hun zin te maken en hun imaginaire eisen in te willigen.
Uw onwelwillende
Titus