Lieve lezer,
De afnemende hitte en de eerste regen heeft hier een zucht van verlichting/verluchting teweeg gebracht. De families ganzen die hier op en aan vliegen beginnen langdurende samenkomsten te organiseren op de weides. Een goede verstaander weet wat dat betekent : De Herfst lonkt en daarmee ook de melancholie van deze nazomertijd. In een dergelijke melancholische stemming is het niet altijd makkelijk de rust en moed erin te houden als hier afgelopen week een duo mens-hond toekomt dat alles op stelten lijkt te zetten :
- De mens : Groot en erg omvangrijk. Een haardos met vreemde kleuren en geuren.. Lonkend en loerend met een zeer donkere blik. Non stop babbelend, luid, eisend, grijpend, kwebbelend maar vooral loerend.. Vanuit de ooghoeken die afhangen als bij een bloedhond. Als mijn blik de loerende ogen kruist, gaat een rilling door mijn ganse lijf. Dit is niet goed. Dit voelt erg fout, bedreigend bijna.
- De hond : donkere, kleine opdonder, officieel chiwawa, alhoewel.. . Loerend ook. Zwaar hijgend, log, traag en omvangrijk. Een buik die bijna de grond raakt. Maar vooral met ogen die eruit en er weer in kunnen.. Het meisje toont het voor. Ze fokt het beestje wat op en van zodra het dingetje stress krijgt, floept 1 oog eruit. Het meisje giert het uit. De hond kijkt panisch uit zijn resterende vastzittende oog.
Plots voel ik me misselijk worden. Ik besluit om in een hoek in de bunker te gaan liggen om na te denken over deze vreemde situatie. Ik heb eventjes afstand nodig. De mensen in de ruimte zijn allemaal stil geworden. Titus zit in zijn rolstoel zichzelf kalm te wiegen. De andere honden gaan leunen tegen een mens, een hond, of desnoods een paaltje als het maar iets stabiel is.
Het oogje van de chiwawa zit inmiddels terug in de oogkas en het meisje blijft nu ietwat ongemakkelijk verder kwebbelen.. Dat haar hondje al dood moest zijn, zegt ze, maar dan toch besloten heeft om niet dood te gaan en dat ze zelf ook maar eens dood wou gaan. Het leven is te lastig om vol te houden. Ze loert rond om te kijken hoe de reacties zijn.
Plots is de ruimte gevuld met de dood. Het verlangen naar de dood, de weerstand ertegen. Het belachelijke ook van de dood.. althans zo lijkt het hondje het thema wel te moeten invullen. De clowneske dood. De dood die verstoppertje speelt, macaber en ongepast. Maar toch.. niet echt grappig.
Mijn mens besluit om in te grijpen.
Ze neemt het hondje over en stopt het met een dekentje in een klein hondenmandje. Ik zucht. Ok. Dit is zo’n moment waarop ik het gevoel heb echt te moeten werken, maar ik weet wat er van mij verwacht wordt. Dus ik ga dicht tegen het beestje aanliggen. Eerst voel ik nog wat weerstand, maar dan een overgave met lichte siddering. Terwijl ik de zaken op die manier behartig kan mijn mens de penetrante aanwezigheid van de dood, de decadente versie ervan op tafel gooien..
‘De honden hebben last van al de zwevende doodgedachten in deze ruimte’ zegt ze. ‘Het is een theater waar ze niet op ingetekend hebben. Ik eigenlijk ook niet’.
Het meisje loert de cirkel rond. Iedereen is stil en lijkt aangedaan, honden zowel als mensen.
‘Hier gaat het niet zo heel erg over de dood’ vervolgt mijn mens. ‘Eerder over het leven, en hoe dat functioneert, zo’n leven. Mij lijkt dat je hondje wel graag wil blijven leven. Neen ? ‘
De onderlip van het meisje trilt. Ze is moe en verdrietig. De geladenheid is verdwenen. En dus ga ik dicht tegen het meisje knuffelen en neemt Titus mijn taak over bij het hondje. Nu kunnen we rustig gaan sturen. Het ergste is voorbij voor vandaag.
Titus en ik maken het na afloop erg bont. Het duurt lang alvorens we uit geworsteld zijn. Maar als het leven zegeviert dient dat uitbundig bekrachtigd te worden.
Uw liefste en vermoeide
Nexus