Geliefde lezer,
Het wil wel eens gebeuren dat de jongmensen bij Patrasche – zij die blijkbaar geholpen dienen te worden – al al hun krachten moeten bundelen om een bezoeker + hond te helpen. Zo’n bezoeker is dan een volwassen mens, vaak vol goede bedoelingen, die – samen met een hond – een onbelemmerd spektakel binnen brengt. Zo ook afgelopen week. Een verontrustende situatie.
Een uiterst zenuwachtige mevrouw, in aanwezigheid van een al even luide en onrustige, slungelige puppyhond komt de site opgestoven. Titus houdt de oren recht en de poten gereed om slimme dingen te doen, zoals zo ver mogelijk weg lopen.
( Titus laat zich snel beïnvloeden door de overheersende energie van mens en dier en weet zich dan geen raad met zichzelf. Het knaapje heeft nog veel te leren. )
Enfin.. Terwijl iedereen al reeds vermoeid de situatie tracht te overzien, voel ik bij de mevrouw een groot gevoel van onbehagen dat met een toppunt van overbodige excuses benoemd wordt als ‘enthousiasme’.
De bijhorende hond is jong en draaft als een veulen, over en langs iedereen heen. De mevrouw lacht zenuwachtige en verontschuldigend; ‘jong en enthousiast’ murmelend.
Een poging van mij om het jonge beestje te kalmeren draait op niks uit. Het jong is te zwaar opgedraaid om zonder duidelijke waarschuwing te kalmeren. Niemand lijkt hier last te hebben van enig sturend instinct. Wat te doen ?
Ik kijk naar mijn mens die besluit tussenbeide te komen. Met een niet mis te verstane actie, laat ze verstaan dat ze genoeg heeft van deze situatie omdat de rust voor iedereen ver te zoeken is. Het is zaak om tot actie te komen. Maar het beestje heeft nog zo veel vaart en kracht over dat het hem moeite kost om te remmen. Dus ik besluit haar te helpen ( Titus zit zichzelf inmiddels in zijn rolstoel rust toe te wiegen) door het kleine ukkie ernstig duidelijk te maken dat het stilaan genoeg is.
Het beestje schrikt, kalmeert eventjes en gaat liggen om vervolgens de welbelkende ‘ poor-me- look’ te hanteren om zijn mens te vermurwen om snel weer over te gaan naar het vervolg van dit dolle foute feestje.
De look werkt. De mond van de mens trekt zich in een trieste grimas en ze neemt het beestje in haar armen, smeltend van meelij waarop al snel het lawaai en het gedraaf terug kunnen beginnen. ‘Ik regel het wel’ verontschuldigt de mevrouw zich, maar iedereen kan voelen dat dit niet gaat gebeuren, in tegendeel zelfs. Zonder acht te slaan op wie of wat dan ook, is het mormeltje ondertussen beginnen rijden op een kleine wit hondje dat hem verontwaardigd afschudt. Het wordt duidelijk dat hier meer nodig is dan een voorzichtig advies.
Terwijl hier en daar opties overwogen worden, staat plots één van onze jonge kerels op ;
‘Mevrouw, ik heb nodig dat jij en je hond hulp accepteren, zodat je het verschil leert tussen enthousiast en hyper en we met z’n allen terug kunnen naar de rust die iedereen hier nodig heeft.’ Ik hoor hemzelf naar adem happen na zo’n lang moeilijke boodschap.
Er valt een stilte. De mevrouw slikt. Ik staar naar het puntje van mijn staart en gluur vanuit mijn ooghoeken naar de mevrouw. Het pupje voelt de bui al hangen want zijn tempo lijkt wat te vertragen.
De toestand is nu vol onzekerheid. De andere honden zoeken toevlucht bij elkaar om na te gaan of de ander mogelijk in staat is uit te maken wat in dergelijke gevallen de gebruikelijke handelswijze is waarbij ze kleine pasje ter plaatse maakten met de voorpoten.
‘Maar ik kan het wel alleen’ stamelt de mevrouw opnieuw. Ze ziet er verlaten uit, eenzaam bijna. ‘Hij is gewoon jong’.
Maar het jong mens gaat kalm door , al verraadt de trilling in zijn stem dat hij inwendig niet zo rustig is.
‘Mevrouw soms helpt het om hulp te accepteren. Zie je, dat heb ik zelf ook geleerd’.
Blijkbaar maakt dit voldoende indruk, want de mevrouw knikt en gaat vervolgens gelaten achterover leunen in haar stoel.
‘Laat ons het werk maar doen, dan kunt u eventjes uitrusten’ vervolgt het dapper jongmens. De mevrouw geeft een aarzelende toestemming. Ik kan voelen hoe uitgeput ze is.
Nu kan snel een actieplan worden gemaakt zodat de jonge hond naar een opgelegde rust kan worden gebracht tot hij het dwingend overleg staakt en uiteindelijk in slaap valt.
Ik ga tegen hem aan liggen en voel hem herhaaldelijk rillen. De jong mensen slaken opgelucht adem en de mevrouw is stil, voor het eerst eigenlijk.
Uw vriend
Nexus