Maand: januari 2025

Sliepuit. Daar ga je, moeder !

Beste lezer,

Met uitslaande hartstocht wordt hier, dicht bij het vuur, weer maar eens de naam van een moeder gescandeerd, inclusief haar weerzinwekkende daden uit het verleden.

De aangeslagen jongen verkeert bij dit alles in een dichte mist van walging. De anderen luisteren stil.

Rasmus, die dit vreemde menselijk fenomeen nog niet kent – dramatisch ronddwalen in wat niet hier is, geweest is of nog moet komen – gaat vertwijfeld op zoek naar de vreselijke moeder waarover gewag wordt gemaakt.

Dat het een mankement in het menselijk hoofd betreft, heb ik al een tijd geleden al begrepen.

Ergens in zijn leven moet de mens bezweken zijn aan de tirannie van kopgeesten. Wanneer dat heeft plaatsgevonden is niet geheel duidelijk. Kleine mensjes lijken er nog aan te ontsnappen, maar al gauw, als ze wat groter worden nemen die gedachten-schaduwen duidelijk de breedte van de kop in waarbij het resterende vrolijke leven een ongelofelijke lading dramatiek moet gaan verwerken.

Arme mens. Trouw aan de tirannie van de kop.

Als hond wacht je dan geduldig af, tot het driftig vergrijpen aan het verleden stilaan kalmeert, de ogen rustiger wordt en de stemmen stiller.

‘Ik haat mijn moeder’, is de conclusie na het driftig rondschuifelen in het verleden.

Een twijfelachtig lichtje in de donker nacht van de ziel

Beste lezer,

De aankomst van het meisje was de inleiding van een reeks schokkende gebeurtenissen, die enkele van mijn overtuigingen volledig op zijn kop zouden zetten.

Het meisje besloot bij aankomst, in de auto te blijven.

Het bestaan van ons en van de anderen ontging haar duidelijk terwijl zij op de achterbank ijverig zat te tokkelen op een soort hand-lichtbakje waar mensen trouw mee lijken rond te hossen. Het meisje gedroeg zich correct naar de code van dergelijke bakje, namelijk niet opkijken, de wereld afsluiten en zelfs mij negeren die inmiddels plichtsbewust op de achterbank bij haar was gaan zitten.

Het kind keek boos en leek verenigd te zijn met het dingetje en de lichtjes die eruit schenen. Ze had daarin duidelijk een eigen bestaan waarin al haar noden vervuld leken te worden.  Erg fijn, leek het wel dat tokkelen met zo’n bakje. Een lichtje in de donkere nacht van de ziel.

Ik voelde me licht jaloers.

Het meisje leek als vanzelfsprekend te verdwijnen in die platte wereld, maar dat hield wel in dat haar omgang met anderen steeds geringer moest gaan worden. Haar leven leek wel erg klein en knullig te worden op die manier

Rasmus keek vanuit de verte toe, niet begrijpend waarom het feestje niet van start kon gaan bij dit gezelschap.

Ik ging nu dichter tegen het meisje aanzitten om mijn aanwezigheid te onderstrepen. Het zou een beginpunt kunnen zijn en dus hield ik vol. Want als men zo doende is met het grote werk een ziel terug te vinden, dan komt men zo langzamerhand in de greep van die machtige taak en dan is het ook maar beter dat men er zonder afleidingen in op kan gaan.

Geen reactie.