Beste lezer,
Gezien ik onterecht onder huis-arrest sta omwille van een onfortuinlijk misverstand voel ik me zwaar opgelaten.
Te zwaar om het er nu al over te hebben – ik probeer het de volgende keer te delen – en dus drijf ik weg in een doezelig soort tijd.
Ook Remus de kat bevat, in deze tijd van het jaar, beklemd en licht in het hoofd het drijven van de tijd.
Zouden de katten er een punt van maken, van de tijd, dan kwamen ze waarschijnlijk niet weer naar huis. Dat bedacht ik toen – op het vaste avondtijdstip de deur werd dicht gedaan voor de kat Remus die – nu het eenmaal droog is buiten- zo intens aangenaam lag te spinnen en hij dus, omdat hij daar juist zo lekker lag, geen enkele behoefte had om op te staan. Katten zijn van nature zeer wollig, maar na het jagen, voelen ze zich vanbuiten, net zo als van binnen en dan kroelen ze wulps omdat het leven zo’n lekker zachte boel is. Ha!
En dan komt de mens. Het is blijkbaar één of andere ‘tijd’. Want hij heeft veel soorten tijd de mens. Tijd om binnen te komen, tijd om te eten, tijd om te gaan, tijd om te werken, tijd om te rusten, tijd om te slapen, tijd om te wandelen, tijd om huisarrest te geven!!!
Waar die tijdsobsessie vandaan komt, is mij een raadsel. Hij komt niet door de vogels, niet van de zomer, niet van de wind of de geuren, niet van de ijverige vertering na het slopen van een prooi, zelfs niet eens van licht of donker…
Plots stopt met ‘een tijd’ zo’n mens abrupt met wat hij bezig is en doet dan plots iets anders. De hoogheid en urgentie van dergelijke denkbeelden waar dan onmiddellijk een actie moet op volgen is niet erg in overeenstemming met onze werkelijkheid, althans, aangenomen dat je je met je eigen zaakjes aan het bemoeien bent.
Als denken aan het doezelen vooraf is gegaan en de mens nadert met de tijd onder zijn arm, ontstaat er toch een hele opschudding in de kop, omdat het nu zaak is om na te gaan waar het eigenlijk weer over ging, die tijd.
Berusten is beter, evenals het inzicht dat niks kan worden overgedaan.
Neem nu het zomerse suffen. Tegen de slaap aan suffen, is wel net zo fijn omdat men nog juist merkt hoe onbeschrijfelijk fijn dat is. Als zo een vermoeid of triestig jong mens in zo’n modus lekker tegen ons aan komt suffen, gebeurt het wel eens dat zo’n mens ook in staat lijkt op te merken hoe volmaakt slapen is als men op een haar na slaapt. Tja… Edoch,
Schokkerig gaat de tijd van mens en in een vreemd en onnatuurlijk tempo.
Onze langzame tijd daarentegen, hoort bij het aandachtig luisteren én ruiken, en aangezien dit soort dingen niet met opzet maar automatisch gebeuren stopt de focus met de tijd. Ik wilde dat ik dat mijn mens aan het verschrompelde verstand kon brengen, zeker in deze tijd van onrechtmatige opsluiting!
Uw opgesloten
Titus ( help ! )