Beste lezer,
Er roert wat in Rasmus en dat heeft een keten aan vreemde gebeurtenissen in gang heeft gezet de afgelopen weken.
Het blijkt een onrustige soort leven dat diep in hem, als in een storm van leven dat misschien van buiten om hem heen zou moeten blazen, doch die in hem terecht is gekomen en die nu van binnenuit wil woeden.
In het beginsel leek het een systeem te worden van ultieme behaagzucht!
Maar door het afleidende van de bepaald guitige manier om zijn grote lijf op één van gretige jongeren te laten balanceren lijkt niemand er aan te kunnen weerstaan. Heel mooi, maar in een roedel praktijk ligt één en ander toch anders.
Doordat de andere honden op die manier ook vakkundig van hun plaats worden gezwiept, lijken ze er nog slechts een beetje bij te hangen, wel nog ten volle de schijn op houdend dat ze nog wel degelijk een rol spelen in dit verhaal.
In navolging van de kleine reus Rasmus doet nu elke hond ernstige pogingen verleidelijk te loeren, met het zielige kopje gelijkmatig te suffen op een schoot, met 1 oog loerend de kansen van schootzitten in te schatten.
Dat wil dan wel eens een licht gène geven, omdat men zich niet aan een zeker mate van drama kan onttrekken op dergelijke ogenblikken
Als dit feestje op een gegeven moment aanslaat beginnen ze dan avontuurlijk te worden. Alles is goeie doezel en warm en er is geen mens die er iets kan aan verpesten. Samen delen ze dan in het zalig kriewelen en soms wat piepen, nog heel zacht aangezet. Er zijn grenzen.
‘De naam is Rasmus’ hoor ik de kleine dan bijna in de oren van zo’n jongmens fluisteren.
Die mens fleurt dan op in het nu. Hij mist dan wel het nadenken op zo’n moment, zo’n mens. Welke mens wil dat eigenlijk nog: nadenken. Een mens heeft blijkbaar veel waar hij zijn gedachten mee bezig zou kunnen houden, en nu heeft Rasmus dus een manier gevonden om dit dwangmatig nadenken te stoppen. Onrustwekkend? Moet één en ander niet weer eens strak in het gelid worden geroepen?
Er zijn nog meer dingen die twijfel wekken aan dit ontoelaatbaar feestje, maar…
Dan gebeurt er een soort wonder, want in weerwil van hun diverse fysieke tekorten, slagen achter elkaar ikzelf en ook de kleine hondjes erin de schootdrempel over te springen (en sommigen er aan de andere kant af te vallen om zich daarna beduusd, maar niet terneergeslagen bij hun baasjes te voegen die zich onmiddellijk over hen ontfermen.)
Een nieuwe gênante schoot sport heeft niet alleen zijn intrede gedaan; stilaan komt er ook een soort van regelmaat bij kijken. Voor de honden die al vrij oud en niet echt fiks zijn, wordt zelfs tegemoetgekomen.
De educatieve bedrijvigheid van mijn mens is twijfelachtig te noemen in deze, maar ze kan er nog net de aandacht aan overhouden om te kijken of er soms iemand wordt neergesabeld met een staart.
En zoals een optocht de snelheid moet aannemen van de langzaamste groep, bepalen de ongelukzalige oudere honden, met droevige mimes het tempo van het schootspringen.
De kou van de koudste wordt in deze de norm.
In deze gure winter
Uw kouwelijke
Titus