Maand: februari 2025

In verband met drukte van eigen zelfbeklag

Beste lezer,

‘Ik denk dat hij het leven misbegrepen heeft’ meldde één van de jongeren toen een Duitse herdershond Roxy zich hier verkrampend terugtrok, zonder enig notie wat te doen zonder een mens die zijn leibandje vasthield en hem instrueerde wat wel en niet te doen.

De uitnodiging van een andere hond om te spelen bracht hem danig in de war. Liefst trok hij zichzelf terug in een bench, bibberend wachtend tot alles weer normaal zou worden en hij terug aan de warme rokken van zijn mens kon hangen. Volwassen worden wou hij niet, initiatief nemen al veel minder en voor vrienden was hij duidelijk allergisch.

Hij had alles om gelukkig te zijn, maar plezierig voelde hij zich duidelijk niet.

‘Volgens mij houdt hij niet zo van honden’ opperde één van de jongmensen. Ook Rasmus, die het beestje al enkele keren uitgenodigd had voor een feestje, bleek het te hebben opgegeven. De vrolijke directe intimiteit was aan Roxy niet besteed. Hij hield zichzelf nadrukkelijk gegijzeld in een poel van zieligheid.

In verband met zijn zelfopgelegde drukte van eigen zelfbeklag, leek Roxy echter aan niets anders te kunnen denken dan aan zijn eenzame ellende, nu hij ver weg van zijn normale comfortzone plots op eigen poten moest staan.  En als notulist van zijn individuele betekenis leek hij plots te beseffen dat het niet veel zin had zich te beperken tot het zeurderig wenen en zielig kijken dat hem tot nog toe altijd weer aan moeders rokken had gekregen.

Hij deed het zuinigjes aan met het leven

Beste lezer,

Er zou, zo vertelde de moeder, weinig in de omgeving zijn dat haar jongen niet zou verstoren.

De koude kon hij niet hebben, de geuren waren voor hem zwaar en benevelend, de geluiden van de natuur zouden hem mogelijks neertrekken in verwarring en nieuwsgierigheid.

De vleugeldragers stoorden hem met hun gefladder, de viervoeters met hun onvoorspelbaarheid en de koude noorderwind vond hij iets droevigs hebben en deed hem ineenkrimpen. Het kind werd in deze buitenomgeving steeds kleiner, de muts nu diep over de ogen getrokken en de moeder steeds bezorgder.

Dit mensenkind hoorde duidelijk niet bij de dingen die zich in het gewone leven afspeelde.

De jongen leek inderdaad alsof hij erg zuinigjes omsprong met het leven. De natuur rond hem rook nog steeds wild, naar vroeger leven en ook dat leek hem te storen.

Het is misschien allemaal wat heftig zo in de natuur, bedacht de moeder. Hij is dat niet zo gewoon.

De weldadigheid van het leven, de lustige overdaad, de lichtheid, de scherts van kijken of we erbij mogen, de reiniging van het lopen …. Een beetje heftig voor de jongen met de mooie witte schoenen en de nieuwe jas.

Rasmus, die met de poten hoog opgetrokken voorbij marcheerde alsof hij een restant van leven op ‘t spoor was, probeerde dichter bij de jongen te raken waardoor de nekharen van het kind nu gealarmeerd overeind gingen staan. Hij hield zich onbeweeglijk, maar was in alarm en ietwat zenuwachtig.

‘Nou hoor, daar komen ze dan, de hondjes’ zuchtte de moeder.

Terwijl ik een rustige en waardige entree probeerde te maken dartelde Rasmus alweer behaagzuchtig rond als –  geheel onverwacht – de jongen zich op Rasmus gooide en deze bij de halsband greep.

‘Ik heb hem!! ‘, riep het kind triomfantelijk alsof hij op safari een wild beest had gevangen. Rasmus twijfelde of dit een leuk feestje zou worden.

(zucht)