Ongemanierd leven na de dood

Beste lezer,

‘Zijn we nu slachtoffer?’, vraag één van de jongeren na de storm van mensen en woorden omtrent ons territorium afgelopen week want dood zijn is hard liggen en na de dood moeten mens en hond natuurlijk verder…

Andere jongeren opperen dat we nu misschien eerder in de stoel van aanklager zitten, al is de ondertoon daar eerder twijfel.

Ik vind het allemaal lastige woorden. Ze vliegen over mijn hoofd zonder te willen landen. Weerom heeft een groepje mensen zich in een impasse gewerkt. Het zal wel weer onnodig ingewikkeld zijn. Enfin…

Ik beef nog van alle commotie. Ik beef er nog van, als een espenblad dat trilt onder de ingehouden kreten in de arena die Patrasche de afgelopen dagen was.

Wij moeten onze rustige en waardige eigen wereld herscheppen en vandaag vooral uitademen, we moeten een heleboel donkerte verbranden, maar hoe precies, u hebt gelijk, begin er maar eens aan. Maar ook als wij het niet weten moet het dringend gebeuren, misschien door iemand anders… Klap, neep, lik en de kiezen op elkaar als onze rust verpieterd is, geef de schuld aan de misvorming van het mensdom en probeer die misvorming niet te diep in de ogen te kijken. En ja, dat maakt het samenzijn met mensen niet monterder, zo na de dood. Inderdaad:  Geen bloemen noch kransen.

Soit. Het is welletjes geweest.

Ik zelf heb beslist: ik ga niet dood. Ze mogen mij aanlijnen, uit een roedel zetten of in een asiel stoppen, ik ga niet dood. Ik wil à propos ook niet ouder worden, het verval is genoeg geweest, het is nu mijn beurt om te beslissen.

Neem nu de stoffen tent, die hier ook al neer moest omwille van de wakte. Net als mensen sterven zo’n dingen even gelaten als ze leven, ik doe daar niet meer aan mee. Je kunt zo blijven dood gaan. Met de kat Remus heeft het mooi niet gepakt, die is niet dood te krijgen en de kerkuil zelf, die eens het voorbeeld zou geven hoe een beest in waardigheid sterft, heeft in het graf ook niet lang gejubeld. De wenende jongeren waren er aan voor de moeite.

Godsgloeiendelievemensenkinderen… het is stilaan genoeg geweest, het gedoe van de mensen… Gedoe om territorium, graaien en macht met de dieren als stille getuigen van het vermoeide strijden van mensen voor een plaatsje onder de zon, zomaar, omdat er nu eenmaal zonder plaatsje geen leven is. Maar van ons humeur en waardigheid moeten ze afblijven. Ongemanierd zullen we leven na de dood.

Hoe worden wij weer lichtvoetig, dwars tegen het leed door de macht in.

Vrolijk zijn, ik ben de aanwijzingen ook kwijt, ontspannen zijn, het lukt me ook niet of zelden, minder appelalcohol helpt ook niet natuurlijk.

Er is maar één remedie, we moeten weer vrolijk worden.

We moeten met een lichtje in de weer, tot we het hoekje vinden waar geluk zit. Het geluk is te herkennen aan glans van gedroogde modder en een geur van rottende aarde onder een deken van herfstbladeren.

Waar is mijn boosheid nu? Zij is weer weg, wij blijven niet lang genoeg boos dankzij de jongeren die ons telkens weer over ernstigere zaken verhalen… Ha!

Uw ongemanierde

Titus

 

 

 

 

 

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.